Over verschillende soorten motieven om lid te worden en wat dat betekent voor jouw vereniging.
Vraag een verenigingsman of vrouw naar de leden en je krijgt meestal een getal: ‘We hebben drieduizend leden’. Of driehonderd of tien. Soms krijg je ook nog informatie over wie er niet lid zijn. ‘Ongeveer zeventig procent van onze beroeps- groep is lid’ of: ‘Er is nog maar een klein deel lid’. Dat zegt iets over hoeveel mensen nog bereikt zouden kunnen worden.
Toch zegt zo’n getal maar beperkt iets over wat voor soort leden een vereniging heeft. Wat halen mensen uit hun lidmaatschap en waarom zijn ze lid– en belang- rijker nog – blijven ze dat. Het gaat er dan veel meer over of de vereniging het juiste arrangement kan bieden. Een arrangement dat niet voor alle leden hetzelf- de hoeft te zijn. Sommige leden ruilen vooral met het service-aanbod van de vereniging, andere leden steunen meer het doel in algemene zin. Er zijn leden die graag het netwerk van de vereniging benutten. En er zijn leden die zich echt heel nauw betrokken voelen bij het wel en wee van de vereniging, die zich (mede) eigenaar voelen. Al die leden hebben hun eigen motief om lid te zijn en te blijven. Voor de vereniging is het goed om serieus af te wegen voor welke leden je graag een arrangement biedt, wat je wie te bieden (wilt) hebben.
Lees verder