Vanaf de eerste middeleeuwse waterschappen loopt er langs gildes en genootschappen, zuilen en actiegroepen een directe weg naar de grote groep actieve burgers van vandaag. Nederlanders hebben, misschien wel meer dan enig ander volk, de neiging om zich ‘te verenigen’. Alleen in verenigde vorm kun je het ideaal van droge voeten en begaanbare wegen realiseren. De strijd tegen het water was een collectief probleem dat boven groeps- en stambelangen uitsteeg.
Wat vandaag vraagt
Aan de wortel van elke vorm van verenigen ligt een collectieve vraag of ambitie. De vakbond begint met de noodzaak tegenspel te bieden aan industriëlen eind 19e eeuw. De ANWB ontstaat in 1883 omdat de uitvinding van de fiets betere wegen en bewegwijzering noodzakelijk maakt. Veil
ig Verkeer Nederland heeft wortels in de jaren ‘30. Meer auto’s dus meer gevaar en meer gevaar vroeg om bundeling van kracht. De HCC (Hobby Computer Club) is begin jaren 70 gestart, toen computers nog vooral speelgoed waren voor enthousiaste technici met soldeerbouten. De HIV vereniging heeft haar startpunt kort na de ontdekking van het AIDS-virus. Q-koortspatienten hebben zich kort na de start van de uitbraak verenigden d in Q-uestion. Question is een stichting, maar dat is maar beperkt relevant voor het verenigen.
Startkracht
De oprichters van elke vereniging zijn bijdetijdse mensen met passie en met prioniersvoeten. Ze verstaan de tekenen van hun tijd. Ze organiseren met de moderne middelen die hen ter beschikking staan. Ooit een postkoets en telegraaf, daarna telefoon, stencilmachine en typemachien. De 21e-eeuwse burger organiseert haar idealen grotendeels langs digitale weg.
We verbinden ons 24/7 via gratis wifi wereldwijd. Nieuwe initiatieven en kakelverse organisaties pakken vanzelf de vorm die past bij deze tijd. Menig buurtinitiatief krijgt vorm via Facebook. Elke studieclub heeft zijn eigen WhatsApp groep. Zzp-ers maken netwerken en LinkedIn groepen waarin ze tips en werk uitwisselen.
Zo is het goed, gister was het beter
Voor alle traditionele verenigingen met een lange historie en vaak wat knellende statuten is het een uitdaging om – met behoud van het verbindend ideaal – de organisatievorm mee te laten bewegen met de tijdgeest. De vereniging is in haar aard een conservatieve organisatie. Het zijn de huidige leden die samen de richting voor de toekomst kiezen.
Een ondernemer zal veranderende vraag of een aantrekkelijk nieuwe markt reden genoeg vinden om het aanbod te veranderen, ook al is dat voor de huidige klanten misschien niet aangenaam. Huidige leden zijn – logischerwijs – in meerderheid redelijk tevreden over de huidige opzet. In een vereniging zijn het die huidige klanten die samen, tegen hun eigen belang in, moeten kiezen voor ander aanbod, andere afspraken of structuren.
Verenigingen hebben een heel grote houdbaarheid, gaan zelden failliet, maar passen zich niet makkelijk aan nieuwe tijden en andere generaties. Een vereniging kan groeien, maar ook krimpen tot miniformaat. De uitdaging is om de tekenen van de tijd te blijven zien; te verenigen én te bewegen.