Voorzitter of directeur, spiegelbeeld of tegenwicht

Dit artikel is gepubliceerd in VM december 2008

Een artikel van Marike Kuperus, Dedan Schmidt en Sacha Gomperts

Een kerstboom met twee pieken zou je het kunnen noemen. De ene piek is de voorzitter van de vereniging en de andere de directeur van het bureau. Alle must-havecompetenties voor dit team op een rij, omdat het handig is een duidelijk beeld van beide rollen te hebben.

Elke vereniging met een werkorganisatie van enige omvang heeft aan de top twee belangrijke posities: de voorzitter van de vereniging en de directeur van het bureau. In de praktijk zie je dat de rollen en taken van deze twee functies op heel verschillende manieren worden ingevuld. Soms is de directeur intern én extern het boegbeeld en is de voorzitter vooral aanspreekpunt in de relatie naar de verenigingsachterban. Soms is juist de voorzitter het gezicht naar buiten en is de directeur met name verantwoordelijk voor de goede organisatie van de uitvoering.

Zo is bij verenigingen als MKB-Nederland of NOC*NSF de voorzitter de centrale figuur. Hij of zij fungeert als ledenbinder, belangenbehartiger, gezicht en boegbeeld. Iedereen kent Hermans en Terpstra. De directeuren van deze verenigingen functioneren veel meer op de achtergrond. Bij verenigingen als BOVAG en ANWB zijn het juist de directeuren die iedereen kent: Burgman en Van Woerkom. De voorzitters van dit soort clubs zijn dan weer veel minder zichtbaar. Zij opereren meer achter de schermen en vaak met een beperkter takenpakket.

Lees verder

De plus en min van de postcode: Afdelingen en hun onderhoud

Dit artikel is gepubliceerd in VM april 2009

Een artikel van Marike Kuperus, Saskia Peerenboom en Dedan Schmidt

De meeste verenigingen kennen een afdelingsstructuur, districten, regio’s of plaatselijke afdelingen. De kunst is om deze afdelingen zo in te zetten dat ze een duidelijke functie vervullen. Niet meer en ook niet minder. Afschaffen is in het verleden niet altijd goed bevallen.

In deze tijd van kredietcrisis hoef je weinig mensen ervan te overtuigen dat wij in een globale samenleving leven. Elke euro of dollar die ergens in de wereld op z’n kant rolt, lijkt wereldwijd een aardbeving te veroorzaken. Maar niet alleen financieel zijn we wereldwijd verweven geraakt. We chatten met zielsverwanten in New Delhi of New York. We bestellen boeken in Amerika, wijn uit Italië en laten onze ogen laseren in Turkije of Thailand. Wat is onze postcode anders dan een toevallige fysieke vindplaats?

Toch wordt gelijktijdig op veel terreinen gewerkt aan decentralisatie van beleid. Wat op nationaal niveau lag wordt meer naar regio’s en gemeenten gebracht. Lokaal wordt bepaald of het geld gaat naar thuiszorg, bibliotheek of jeugdhulp. Dichtbij huis, aanpassen aan de menselijke maat en de eigen situatie, is het nieuwe adagium. Niet alleen bij de overheid, maar ook bij de mensen zelf. Elke regionale omroep heeft zijn eigen journaal en veelbekeken streeksoap. In de meeste steden en dorpen is er een hernieuwde interesse in de eigen geschiedenis en in lokale tradities. Globalisering en ‘lokalisering’ zijn gelijktijdig optredende trends.

Lees verder

Het avontuur van Bert: Overleven besturen de 21e eeuw?

Dit artikel is gepubliceerd in MOVISIE februari 2009

Een artikel van David Wijnperle en Willem-Jan de Gast

Met gepaste trots stellen wij Bert aan u voor. Bert is de hoofdpersoon van dit avontuur. Centraal staat de vraag hoe besturen van vrijwilligersorganisaties in beweging kunnen komen. Want beweging is noodzakelijk om de 21e eeuw te kunnen overleven. Bert is een metafoor om te laten zien wat er fout kan gaan als organisaties niet veranderen en welke mogelijkheden er zijn om in beweging te komen. Ons uiteindelijke doel is om vrijwilligersorganisaties perspectieven te bieden waarmee ze besturen aantrekkelijk kunnen maken en houden.

Overleven besturen de 21ste eeuw?

Lees verder

Vrijwilligersmanagement op de lange termijn

Dit artikel is gepubliceerd in VIO 2007 suplement

Kansen en bedreigingen bij toekomstige inzet van leden in verenigingen

Het onderzoek The tragedy of the commons en het Nederlandse vrijwilligerswerk vertrekt vanuit de gedachte dat vrijwilligerswerk gezien kan worden als een collectieve bron. Dit artikel over de inzet van leden in verenigingen richt zich op de tweede vraag: Wat is goed vrijwilligersmanagement op de lange termijn? En dan in het bijzonder op de situatie in verenigingen.

Opvallend genoeg leidt een goed resultaat op het ene vlak ook tot versterking van het andere. Goed vrijwilligersmanagement leidt tot nieuwe vrijwilligers die meedoen en daarmee ook meedenken. Inspirerende manieren om mee te denken, stimuleert leden om nauwer betrokken te raken bij de vereniging. Dat kan weer leiden tot vrijwillige inzet.

 

Lees verder

Kansen en valkuilen bij het zoeken van actieve leden

Dit artikel is gepubliceerd in VM november 2006

Een VM artikel van Marike Kuperus en Pallas Lam

In alle verenigingen zijn er leden betrokken bij het bestuur en de besluitvorming. Daarnaast is er in heel veel verenigingen sprake van de inzet van leden bij uitvoering. Leden denken mee in werkgroepen, organiseren het jaarlijkse congres of zitten in de redactie van het verenigingsblad. Daarmee zijn verenigingen (vaak onbewust) grootgebruikers van vrijwillige inzet. Wat moet je als vereniging zonder actieve leden? Zonder mensen uit de achterban die zich inzetten voor het bestuur, meedenken over beleid en meedoen met de organisatie van activiteiten?

Feit is dat veel verenigingen constateren dat de binding en daarmee ook de inzet van leden aan verandering onderhevig is. Mensen hebben het druk. Werk- en privéverplichtingen trekken om het hardst. Om je dan ook nog eens in te zetten voor de vakbond, de sportclub of de beroepsvereniging is net te veel gevraagd. Effect is dat een toenemend aantal verenigingen last heeft om de inspraakorganen te vullen. En er is veel gemopper is over inactieve leden die wel meeprofiteren, maar niet meedoen. Welke opties heeft een vereniging als de leden zich als klanten gaan gedragen?

Verenigingen hebben leden nodig die meepraten en ook meedoen. Veel verenigingen ervaren problemen bij het vinden voldoende actieve leden. Kansen en valkuilen om dit probleem aan te pakken

Lees verder

(Te)Rug naar de achterban

Dit artikel is gepubliceerd in VM april 2006

Een VM artikel van Marike Kuperus en Kees van der Pijl

Het einde van de stilte-strategie.

Goede relaties aan de poldertafel zijn ideaal voor elke beroepsvereniging of brancheorganisatie. Dat is veel effectiever dan achteraf een boel lawaai moeten maken over reparatievoorstellen… Maar is dat wel zo ideaal? Voor een goede relatie met de eigen achterban is de strategie van connecties en stille diplomatie minder aantrekkelijk. De achterban herkent de winst niet en gaat afstand of wantrouwen voelen naar de vertegenwoordigers: ‘Wat heb ik eigenlijk aan die club?’ ‘Waar betalen we die contributie voor?’ Dergelijke uitingen zijn alarmsignalen. Want zonder connectie met je achterban verlies je als belangenbehartiger representativiteit en legitimiteit. En dan zitten bestuurders en managers van belangenverenigingen met een lastig dilemma: dat wat effectief is op het speelveld van het polderoverleg is contraproductief op het speelveld van de achterban. Hoe ga je om met dit dilemma?

Basis van elke belangenvereniging is het feit dat ze letterlijk de belangen van haar leden verenigt. Het is de gedeelde kracht die leden een stem geeft, maar ook zaken mogelijk maakt als collectieve diensten en ledenvoordeel. Hoe meer leden, hoe steviger de macht van het getal en ook hoe breder het serviceaanbod kan zijn. Verenigingen binden leden op twee gronden: 1. door leden te ondersteunen in hun individuele kwesties; 2. met acties die leden het gevoel geven dat voor hun belangen wordt gestreden. …

Lees verder

Hallo, is daar iemand?

Dit artikel is gepubliceerd in VM september 2005

Een VM artikel van Marike Kuperus

Verenigingsdemocratie en de stap naar de 21ste eeuw

De verenigingsdemocratie is te kostbaar om te laten verpieteren. Zonder inspraak geen goede relatie met de achterban, zonder democratie geen legitimiteit. Het onderscheidend kenmerk van een vereniging is niet de achterban op zich (ook Albert Heijn heeft trouwe klanten), niet de betrokkenheid van leden bij het werk (de fans van Marco Borsato steken ongetwijfeld veel tijd in hun idool) en zelfs niet het lidmaatschap (lid kun je ook zijn van de ECI-boekenclub).

Het is het feit dat de leden in formele zin met elkaar de zeggenschap over de organisatie hebben: de verenigingsdemocratie. Die verenigingsdemocratie heeft primair een interne functie: afstemming tussen wensen van de achterban en de activiteiten van de vereniging. Maar minstens zo belangrijk is de functie van de verenigingsdemocratie naar buiten. Het geeft vertegenwoordigers van de vereniging legitimiteit, het recht om namens de achterban uitspraken te doen, soms zelfs om akkoorden te sluiten met gevolgen voor de portemonnee van leden.

Het bekruipt je als bestuurder als het zoveelste oproepje voor nieuwe bestuurders of commissieleden wéér geen reacties oplevert. Het gevoel van ‘Hallo, is daar iemand?’ Intussen blijven veel bestuurlijke plekken gevuld met mensen die het al (te) lang doen.

Lees verder

Strategisch dilemma van ledenorganisaties

Dit artikel is gepubliceerd in VIOO 2005

Een artikel van Marike Kuperus en Kees van der Pijl

Dit interessante artikel maakt duidelijk dat onderzoek naar het organiseren van non-profitorganisaties en vrijwilligersorganisaties een grote stap heeft gemaakt. Het is niet meer een simpel, bijna beschuldigend, artikel waarin standaard bedrijfskundeverhalen worden vertaald naar non-profit omgevingen. In plaats daarvan ontstaat er een meer specifieke benadering die aansluit bij de inhoud van de organisaties. Kuperus en Van der Pijl zijn een extra uitdaging aangegaan door te kijken naar klassieke belangenorganisaties. Deze organisaties zijn op een aantal punten fundamenteel anders dan dienstverlenende organisaties.

Dit artikel is dan ook een aanrader voor een ieder die aan de slag gaat met strategisch management, veranderingen, leden en ledenvergadering. Echter, duidelijk moet zijn dat de hier beschreven politieke dynamiek niet in alle organisaties zal gelden.

Voor succesvolle belangenbehartiging door een belangenvereniging zijn goede relaties met de omgeving essentieel.

Lees verder